Het verhaal van Lamifil gaat terug tot het prille begin van de vorige eeuw. Op 31 augustus 1906 ging op de huidige terreinen van Lamifil een glasblazerij Verreries de l’Etoile van start.

De glasblazers kwamen voornamelijk uit Wallonië. Ze gingen in een nabijgelegen straat wonen, die later de naam rue de l’Etoile of Sterrelaan kreeg. Heel wat glasblazers konden niet aarden en weken snel terug uit. Het jonge glasbedrijf ging al na een half jaar failliet.

In 1920 werden de terreinen ingenomen door vrachtwagen- en autobusbouwer Auto Traction. In 1925 werd Minerva, het legendarische Belgische automerk, volledig eigenaar van de fabrieken. De vrachtwagens kregen voortaan de merknaam ‘Minerva  – Auto Traction’.

In 1928 komen de grond en gebouwen in handen van de Franse maatschappij Tréfileries, Laminoirs et Fonderies de Chauny uit Parijs. Die zal ze niet veel later aanwenden voor de oprichting van wat eerst bekend zou worden als de ‘Franco-Belge’, en vandaag Lamifil.

Op 22 juli 1929 ziet de Société Franco-Belge des Laminoirs et Tréfileries d’Anvers het daglicht. De rijke geschiedenis van Lamifil start hier.

De ‘Franco-Belge’, zoals het bedrijf al snel werd genoemd, maakte kabels en draad in staal en koper en was destijds de enige fabriek in Europa die ze in dezelfde laminoir kon maken.

Voor de oorlog stelde de fabriek ongeveer 140 mensen tewerk. In die jaren verdiende een arbeider in Hemiksem gemiddeld zo’n 6,5 frank (0.16 euro) per uur.

In 1942 duikt de naam Lamitref op in de statuten van het bedrijf, maar de naam Franco-Belge zou niet snel verdwijnen. De zetel verhuist in die periode ook van Brussel naar Antwerpen.

Na WO II neemt metaalhandelaar Gaston Magniette Lamitref (Franco-Belge) over. Vanuit Antwerpen had hij de commerciële leiding over het bedrijf. Zijn rechterhand, technisch directeur Mr Oury, woonde op het fabrieksterrein en overzag er de dagdagelijkse activiteiten.

Door de wederopbouw na de oorlog was er een enorme vraag naar gewalst koper. Dat zou het bedrijf in de volgende twee decennia geen windeieren leggen. In 1948-49 stelt Lamitref al 550 mensen tewerk.

Hoewel de elektrificatie van het Belgische spoor al begon in 1931, reed pas in 1966 de laatste stoomlocomotief uit voor een commerciële rit. De Brusselse Noord-Zuidverbinding, die in 1952 geopend werd en waarvoor Lamitref producten leverde, versnelde mee het einde van het Belgische stoomtijdperk.

In 1959 breidt het succesvolle Lamitref zijn activiteiten uit met aluminiumproducten. Het grote voordeel van aluminium tegenover koper is dat het minder kost en in verhouding tot zijn lage gewicht ook beter stroom geleidt.

Lokaal worden de producten van Lamitref onder meer verkocht aan de Belgische P.T.T. (regie voor Post, Telegraaf en Telefoon). Internationaal wordt er uitgevoerd naar onder meer Belgisch Congo, India, Pakistan, de Verenigde Staten en Zwitserland.

Dankzij de naoorlogse heropleving en de industriële ontwikkeling kende Lamitref gouden jaren. De vraag naar non-ferrometalen was groot. De handel in grondstoffen en de verwerking ervan waren elk goed voor de helft van de omzet.

In de jaren 60 nam het gebruik van aluminium een hoge vlucht. In 1961-62 begon Lamitref aluminium te walsen volgens het gietwalsprocédé. Aluminium in blokken van een half ton werden aangevoerd uit Europese landen, Canada en Afrika. Lamitref was destijds het enige Belgische bedrijf dat aluminium walsdraad  produceerde uit een legering van aluminium, magnesium en silicium.

Eind 1968 stelde Lamitref maar liefst 662 mensen tewerk, waarvan 262 uit Hemiksem. In die periode kent het bedrijf een grote instroom van arbeiders van Spaanse afkomst om de schaarste aan lokale werkkrachten op te vangen. Om de taalbarrière voor de Spanjaarden een stuk te doorbreken, werden de aanduidingen en opschriften in de fabriek ook in het Spaans weergegeven.

In de jaren 80 waait er een nieuwe wind bij Lamitref. Geleid door een volledig nieuw directieteam wordt het bedrijf hervormd, gemoderniseerd en uitgebreid. Er worden investeerders gezocht en er wordt onderzoek gedaan naar innoverende producten. Zo werden er nieuwe legeringen en de gepatenteerde AMS-productietechniek ontwikkeld, die het speerpunt moeten vormen voor de verdere groei.

In november 1981 werd Lamitref opgedeeld in twee zelfstandige vennootschappen:  Lamitref Koper en Lamitref Aluminium. De productie-entiteiten zouden de komende tien jaar volledig van elkaar gescheiden zijn.

Begin jaren 80 werd het continue walsproces in de koperafdeling opgestart. Dankzij een nieuwe lastechniek en machine werden koperkabels vooraf aan elkaar gelast. Daardoor werd heel wat manueel werk uitgespaard en konden eenheden tot 5 ton worden gemaakt.

In 1982 stappen Alcoa, de grootste aluminiumproducent ter wereld en B.I.C.C., de belangrijkste Britse kabelmaker, met elk 25% van de aandelen in Lamitref.

In 1988 neemt Lamitref de koperfabriek over van UCA (voorheen Cuivre et Zinc S.A.) in Chênée nabij Luik. UCA wordt omgedoopt tot LBP (Lamitref Building Products) en zou later onder meer de koperen euromuntjes produceren.

Lamitref neemt in 1995 het voormalige staatsbedrijf MKM (Mansfelder Kupfer und messing GmbH) in Duitsland over. Lamitref zal het noodlijdende Duitse koperbedrijf, dat meer dan 1000 mensen tewerkstelt, moderniseren en uitrusten met een innovatieve continugietwals. Er worden grote investeringen gedaan en delen van de koperactiviteit uit Hemiksem verhuizen systematisch naar Duitsland.

In 1997 neemt de industriële investeringsgroep Koramic Investment Group een meerderheidsaandeel in Lamitref Industries via Lessius N.V. De Koramic Investment Group is vandaag nog steeds de grootste aandeelhouder van Lamifil.

In de jaren 90 worden ook diverse nieuwe hogetemperatuurslegeringen, waaronder aluminium-zirconium, ontwikkeld en op de markt gebracht. Daarmee konden hoogspanningskabels worden gemaakt die hogere temperaturen aankonden dan conventionele legeringen. De eerste gesloten kabels met z-draden worden ook voor de eeuwwisseling al gemaakt.

In 1998 wordt een nieuwe machine in gebruik genomen waarmee Lamifil voor het eerst ook zelf koperlegeringen kon gieten.

In 1998 krijgt de productieactiviteit in Hemiksem zijn huidige merknaam: Lamifil. Het bedrijf neemt ook een nieuwe huisstijl aan, waarin Aphrodite, de godin van schoonheid en liefde, een prominente plaats inneemt. Aphrodite werd geboren op het eiland Cyprus, waar koper voor het eerst werd ontgonnen en verhandeld. Koper of cuprum ontleent zijn naam aan het eiland Cyprus. De godin Aphrodite wordt daarom gelinkt aan koper. Dat ze een plaats krijgt in Lamifils bedrijfsidentiteit, symboliseert onze waardering voor ons erfgoed en onze passie voor ons werk als fabrikant van koperproducten.